Onder de mensen
Het was alsof Jos weer op de duikplank stond. Het was altijd hetzelfde tijdens de zwemles: hij wist dat hij het kon, maar hij voelde het niet. In de vier meter naar de rand zag hij zichzelf kopje onder gaan, zich realiseren dat hij niet kon zwemmen, paniekerig bewegen en toch als een steen naar de bodem zinken. Hij voelde het water al drukken.
Als je de plank verliet, was het te laat. Dan mocht er geen twijfel meer zijn. Maar kon er ooit geen twijfel zijn?
Jos had al een leven lang een bang hart. Om alles en overal. Op school, in sport, op het werk, in het sociale leven. Een intonatie of de kleinste beweging bij de ander kon Jos het gevoel geven dat hij niet genoeg was, dat men hem niet mocht. Hij was constant bezig niks fout te doen en in groepen probeerde hij iedereen in de gaten te houden, zodat hij hopelijk op tijd kon herstellen wat hij verkeerd deed. Een sociaal leven was werken, maar hij deed het. Jos was bang anders alleen achter te blijven.
De afgelopen twee jaar was Jos steeds meer naar binnen gekropen. Mensen kun je nog proberen te lezen, maar het virus is onzichtbaar. En dus bouwde Jos steeds grotere veiligheidsbuffers in. Van de enige in groepen met een mondmasker tot alleen nog buiten afspreken tot elkaar niet meer zien. Boodschappen werden online gedaan, afgeleverde pakketten werden eerst gereinigd. Op het werk kreeg hij een aparte ruimte, later werkte hij enkel nog thuis. Totdat de spanning hem lamlegde en hij helemaal niet meer kon werken.
En toch raakte hij besmet. En hersteld. Hij wist dat hij weer naar buiten kon, onder de mensen.
Hij haalde diep adem en sprong. Hopelijk wist hij nog hoe hij moest zwemmen.
Uit het leven van… zijn volledig fictieve verhalen. Elke gelijkenis met bestaande personen of gebeurtenissen berust op louter toeval.