Lezen
Geregeld wijst Koosje Jans naar de boekenplanken boven de bank en zegt dan ‘lezen’. Of hangt al aan deze boekenplanken om zelf een boek te pakken als ik niet oplet. Zegt vervolgens wel keurig ‘mah niet’ op mijn strenge blik en vraag ‘wat zegt mama dan?’ Dus daar kijken we niet meer van op.
Maar gisteravond wilde ze weer graag ‘lezen’ en ‘aap aap aap aap aap’. Dit blijkt het leesplankboek te zijn wat ze van oma J. heeft gekregen. Ze kruipt met het boek bij Tijmen op schoot en zegt vervolgens alsof het de gewoonste zaak van de wereld is achter elkaar alle woorden bij de juiste plaatjes van het leesplankje: aap – noot – Mies – Wim – Zus – Jet – Teun – vuur – Gijs – lam – Kees – bok – weide – does – hok – duif – schapen. Daar werden wij dan weer even stil van…
NB. Mijn lievelings is het nadrukkelijk uitgesproken ‘duif’ met getuite lippen.