De taal der liefde – en van de zomer
De schemering valt over het dal als we teruglopen naar de camping. Desondanks noopt de klamme warmte ons het ijsje op te eten voor het smelt.
Op een bankje voor de receptie delen een jongetje en een meisje ook een ijsje.
“Hé, zin om te sporten?”
Ik kijk José aan. Wat bedoelt ze? “Nu nog een rondje fietsen? Het kan elk moment donker zijn!”
“Nee, gekkie. Kijk.” En ze wijst naar het tafelvoetbal. De euro heeft ze al in haar hand. “Ik daag je uit!”
De eerste twee doelpunten zijn voor haar. Gelukstreffers natuurlijk. Ik juich dan ook extra hard als ik scoor. Het jongetje en het meisje kijken op van hun ijsje en lopen naar de tafel toe. Zij gaat achter Josés doel staan, hij achter het mijne.
Als ik gelijk maak, juicht hij ook en roept iets. Italiaans, ik heb geen idee wat het is. Maar aan het gezicht van het meisje te zien was het niet iets aardigs over het vrouwelijk geslacht. Ik geef hem een high-five en steek mijn tong uit naar José.
Die scoort meteen en nu is het aan de dames om ons belachelijk te maken. Het jongetje kijkt enigszins boos mijn kant op. Hoe had ik dit doelpunt kunnen laten gebeuren? Ik geef hem een knipoog ten teken dat ik het goed zal maken.
Enige doelpunten later houdt José een balletje omhoog. “De laatste!”
Het staat 5-4 voor ons heren en we besluiten dat dit sowieso de winnende bal wordt. Natuurlijk verstaan het jongetje en meisje ons niet, maar uit hun fanatieke aanmoedigingen blijkt dat ze ons wel begrijpen. Ik klem de bal even vast, knipoog naar het jongetje en scoor in eigen doel. José en het meisje dansen al high-fivend rond de tafel.
Nu krijg ik een knipoog van het jongetje. We hebben niet gewonnen, maar straks wel een kusje gescoord.