Ergens in februari, in de auto. We vragen Koosje Jans welke kinderen ze voor haar verjaardag wil uitnodigen en ze noemt haar hele klas op.

“Sorry, lieverd, dat zijn er echt veel te veel. Het lijkt ons een goed idee om er zo veel uit te nodigen als je oud wordt. Hoe oud word je?”

Met een dikke grijns antwoordt ze: “Vijf!”

“Dan doen we dus vijf vrienden. Wie zijn je allerbeste vrienden hier?”

“B. natuurlijk, want zij is mijn allerbeste vriendin! En I. En M. natuurlijk ook. D. ook, hij is geen bully. En O! En dan ook nog A. en A.! Dat zijn mijn allerbeste vrienden. Zij moeten komen.”

Iedereen die een beetje kan tellen, weet dat dit geen vijf namen zijn. En dus maken wij ons op voor een pittige discussie met een kleuter. Want hoe goed je argumenten ook zijn, het kost bloed, zweet en omkoopijsjes om ons gelijk te halen. “Maar lieverd, dit zijn zeven kinderen. En we hadden net afgesproken dat je er vijf mocht uitnodigen. Welke twee kinderen worden het niet?’

Tussen de snikken en uithalen door zegt Koosje Jans: “Maar mama! Maar papa! Dit… is… mijn… enige… verjaardag… hier! Ik… kan… ze… maar… één… keer… uitnodigen!”

En dus gingen er zeven uitnodigingen voor haar verjaardag de deur uit. O. kon helaas niet, maar zeven kinderen hebben genoten van het versieren van cupcakes, het schilderen van hun eigen schatkist, het zoeken naar schatkaarten en schatten en dankzij het fantastische weer het natspuiten van José, mij en onze auto.

Zoals A. verzuchtte: “This is the best treasure party ever!”

Geplaatst door
9 mei 2016, 03:42